Heen en weer
En wéér zoefden we even voor een weekend op en neer naar de groene Franse bubbel. Een lang weekend, dat wel. Altijd te kort en tegelijk lang genoeg om toch veel voor elkaar te krijgen.
Wat dóen we daar dan zo’n weekend?
Roepende klussen
Tja, waar te beginnen? Allereerst, er is een groot voordeel van het hebben van een oud pand en ruim twee hectare grond: je hoeft je echt nóóit, maar dan ook nooit, af te vragen: wat zal ik vandaag eens gaan doen? Je staat op, haalt natuurlijk eerst – zoals iedere Fransman doet – vers brood en gaat dan eens goed zitten luisteren welke klus het hardst roept. Dat weten we natuurlijk vantevoren wel een beetje hoor, dus van enige planning is wel sprake.
Gerard ziet zijn kans schoon, geen gasten dit weekend dus hij mag herrie maken. Die stapt meteen uit de douche in z’n werkkleren en dan de ladder op (soms draait-ie de volgorde gelukkig om, eerst klussen dan douchen…); om te gaan boren, frezen en zagen. Paar nieuwe balken en platen erin en hup, weer een halletje van een plafond voorzien. Ik heb nog nooit overwogen om me op te geven voor het tv-programma ‘Help, mijn man is klusser’. Sterker nog, ik kan wel een nieuwe serie beginnen, met de titel: ‘Hoera, mijn man is klusser’. Maar dat geeft dan weer geen goeie drama-televisie.
Kleine klus, groots resultaat
Nog een voordeel als er geen gasten zijn: de klusjes IN de appartementen die net even wat meer tijd vragen, kan de klusjesman nu aanpakken. In appartement Coton Vert zat bijvoorbeeld een dwarse keukenkraan die er een geheel eigen logica op na hield. Er kwam gewoon water uit hoor, tot zover ging het prima, maar de knoppen draaiden op de een of andere manier behoorlijk onlogisch. Zodat een van onze gasten een keer in het gastenboek schreef: ‘ik ben – na een week – nog steeds geen vriendjes geworden met de keukenkraan‘. Vrij vertaald betekende dat natuurlijk gewoon ‘wát een k-kraan’ (wat het ook was), maar de gast in kwestie is goed opgevoed en heel aardig. Welnu, voor haar en de andere gasten die ruzie hadden met de beruchte kraan: er zit een geheel nieuwe! Boek dus gauw je volgende vakantie om ten volle van dit nieuwe gebruiksgemak te kunnen genieten ☺
Dan kun je meteen ook het stenen aanrechtblad bewonderen dat je weer glanzend tegemoet glimt na de behandeling met epoxyhars bij de schoonheidsspecialist (= diezelfde handige klusjesman). Een soort waxen, maar dan anders. Vroeg toch ook weer een paar uurtjes tijd.
Gelukkig hoeven we trouwens niet alles zelf te doen. Stel je voor, vroeger, in de tijd dat ons pand nog als ‘colonie de vacances’ hele kolonnes kinderen herbergde: toen hadden ze niet eens een wasmachine, dan moesten ze die stápels linnengoed met de hand gaan wassen…De buurvrouw vertelt er soms nóg over, ze werkte mee destijds, dus ik denk dat ze er levendige herinneringen aan over heeft gehouden.
Ik daarentegen, als kind van de welvaart, hoef alleen maar te zorgen dat de wasmachine overuren kan maken. Was na was na was. Even een zorgelijk moment toen ik merkte dat de pas-nieuwe machine zomaar het centrifugeren had overgeslagen (??) maar zoals dat dan gaat met de ondoorgrondelijke elektronica van nieuwe machines: de keer erna is er niks meer aan de hand.
Lievelingsklus
In de categorie ‘roepende klussen’ is er trouwens ook altijd het gras dat zich buiten laat horen. Of misschien hoor ik het groeien, dat kan natuurlijk ook. Meestal luister ik snel naar het roepende groen. Maaien is voor mij het nieuwe mediteren. Dus ik vind die hectares wel aangenaam. Ik kan het uren volhouden. Wat ik dus ook heb gedaan. Niet dat we het ooit écht kunnen bijbenen. Tegen de groeikracht van hazelaars, Japans knoopkruid, bramen en de ‘reine des prés’ kunnen wij nauwelijks op. Maar het gras, dat kunnen we behappen! En dus ligt het achterveld er weer gladjes bij, je zou bijna zeggen: een golvend gazonnetje. Helaas vinden de mollen een glad grasveld blijkbaar een merkwaardig concept. Om me dat duidelijk te maken (je moet inventief zijn om als ondergronds beestje te werken aan je zichtbaarheid) duwen ze halve kruiwagens aarde omhoog. Compleet met stenen – die dan weer tijdens het maaien om je oren vliegen. Het liefst zijn ze natuurlijk actief vlak ná het maaien, zodat de bergen als stille protesten boven het veld uittorenen. Ik moet toegeven: knap werk. Maar dan hebben ze onze klemmen nog niet gezien! ‘Let the battle begin!’
Wacht, laat ik meteen maar eens een idee van mij (een van de vele) de wereld in slingeren: dat land van ons, dat kan toch een interessante stage-klus zijn voor een clubje studenten, alles tussen landbouw, bosbouw, watermanagement of ecologie komt in aanmerking. Wie wil?
Zo rommelen we het hele weekend door, we weten van geen ophouden. Even was daar nog het idee om samen uit eten te gaan, maar bij nader inzien gaan we liever door. Onze tijd hier is kostbaar en uitrusten kan altijd nog. Dat doen we wel weer op de terugweg naar Nederland.