Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet
Onze droomplek, daar mankeert nog wel iets aan. Ik kan na al die jaren nog steeds niet geloven dat onze gasten naar La Vie Verte komen om de plek zoals die nu is. Ik wéét het wel, maar er zit een hardnekkige blokkade. Ik heb er oprecht moeite mee dat de plek nog niet is zoals ik vind dat die moet zijn. Altijd wordt mijn blik getrokken naar het zolderraam waar een barst in zit, naar het hek dat smeekt om een schilderbeurt en naar de luiken die scheef hangen …
Oud en groot
Aan het eind van de vorige eeuw (dat klinkt echt als heel lang geleden…) kochten we dit bijzondere pand, een voormalige textielfabriek. Een oud gebouw, en vooral ook een gróót gebouw, een pand met geschiedenis. Een pand dat al jaren leeg stond toen wij het kochten. De klimop overwoekerde niet alleen de buitenmuren, ook binnen groeiden inmiddels de struiken …
Vervallen, verwilderd, verlaten, verwaarloosd. Wijzelf waren vooral verwonderd. Hoe kon het dat zo’n bijzonder pand op zo’n mooie plek er zo hopeloos bij stond. Onze handen jeukten om aan de slag te gaan om het nieuw leven in te blazen en onze hoofden draaiden overuren om het perfecte eindplaatje te visualiseren. Daar heb je het. Dat woord. Perfect.
De hoge lat
De herberg die in alle opzichten moest kloppen, binnen en buiten, boven en onder, met alles erop en eraan. Met de juiste hoekjes, de beste indeling, de mooiste materialen, de leukste spullen. Een ideaalplaatje dat we baseerden op alles wat we elders voorbij hadden zien komen. We hebben namelijk heel wat huizen, herbergen, hotels en hutten bestudeerd. En we zijn heel goed in vergelijken… Natuurlijk is het bij de ander altijd beter en mooier. Dat gras, dat valt dan wel weer mee, dat is bij ons altijd al heel groen ;-).
Realiteit
We gingen aan de slag. En hoe! Van de eerste schets, tot de laatste haak: alles bedachten we zelf (uiteraard met architect en bouwmensen erbij) en er is geen hoekje van het pand waar we niet fysiek zelf aan de slag gingen. Er was geploeter en plezier, teleurstelling en hoop, frustratie en opluchting. Over echt alle clichés die je in ‘Ik Vertrek’ voorbij ziet komen, kunnen we meepraten. De eindeloze overleggen met gemeente, het wachten op vergunningen, de problemen met verwarming, riolering, elektriciteit. En natuurlijk de hobbels die we privé hadden te overwinnen. De kleine kinderen die je liever niet in het cement zag vallen, of in de beek, of van een bouwladder; het helpen met huiswerk in een andere taal, je plek vinden in een nieuw land, onze relatie die tot in het ultieme op de proef werd gesteld, het werk in Nederland dat doorliep. Dat was er allemaal.
Langzaam komt er een transformatie tot stand. We konden na jaren onze deuren openzetten en ontvingen de eerste gasten. En de tweede, en de derde en de honderdste en ik denk inmiddels de duizendste. Gasten die blij zijn, gasten die genieten, gasten die tot rust komen, gasten die zichzelf mogen zijn. Gasten die terugkomen.
Niet goed genoeg
En nu komt het. Waar ik nog steeds mee zit – en dit klinkt natuurlijk raar, dat snap ik, maar het is mijn ‘personal hobbel’ – is dat het tóch niet goed is wat we doen. Niet goed genoeg, omdat het niet af is, niet gepolijst, niet perfect.
Hoe hard we ook werken, hoeveel we ook aanpakken en mooi maken, het zal nooit af zijn. Nooit perfect voor mijn gevoel. Ik zie iedere keer weer dat ene gebroken raampje op zolder, het hek dat niet geverfd is en… de eeuwig scheefhangende luiken. Nog steeds voel ik me ongemakkelijk als er nieuwe gasten aankomen en ik denk te weten wat ze zien. Als ik ze maar zo snel mogelijk naar binnen krijg, in de appartementen en kamers die wel mooi en af zijn…
Ik realiseer me ook dat ik aan één ding volledig voorbij ga: dat de mensen komen voor de sfeer van ruimte en rust, om te genieten van het ongedwongen back-to-basics gevoel bij ons. En voor de persoonlijke aandacht die wij ze kunnen geven omdat wij er voor ze zijn.
Het groene leven
Het heeft heeeel lang geduurd voordat dat kwartje viel. La Vie Verte is La Vie Verte juist omdat het is zoals het nu is. Niet zoals ik dénk dat het moet zijn. Ik had er een coach voor nodig om dit in te zien.
Die luiken, misschien moeten die nog maar even zo blijven hangen ;-). Om mij er aan te blijven herinneren dat het niet gaat om het streven naar perfectie, maar om te genieten – samen met de gasten – van wat er ís! Om het groene leven te leiden waar wij voor staan. Oorspronkelijk, ongedwongen, oprecht en ontspannen.
Dit blog is eerder als column verschenen op de site van Droomplekacademie.nl waar ik af en toe schrijf over het runnen van een gastenverblijf, bouwen aan een historisch pand en leven in twee landen droomplekacademie.nl/blog/